4. De vraag van Johannes
Johannes zit al maandenlang in de gevangenis. Hij heeft een vraag voor Jezus: Is Hij wel echt degene die verlossing brengt, de verwachte Messias? Hij stuurt twee van zijn leerlingen naar Jezus toe. Jezus geeft antwoord en wijst hen op wat zij gezien en gehoord hebben over Hem.
Andere lessen in deze lessenserie
-
1
Jezus zoekt
Jozef en Maria zijn op zoek naar Jezus. Ze vinden Hem in de tempel. Hier zoekt Jezus Zijn Vader. Hij stelt Zijn vragen en zoekt naar antwoorden. Als Jozef en Maria Hem in de tempel vinden, vraagt Jezus hen waarom ze Hem zoeken. Wisten ze dan niet dat Hij in het huis van Zijn Vader moest zijn? Jezus benadrukt hier Zijn verlangen om meer te leren over de ‘dingen van Zijn Vader’.
Thema -
2
Jezus is de belangrijkste
Johannes doet een stap terug. Hij voelt zich klein ten op zichte van Jezus. Hij gaat als een heraut voor zijn Koning uit. Door de ontmoeting met Johannes komen de mensen ook dichter bij Jezus. Daar loopt het werk van Johannes op uit: op de doop van Jezus, waarbij God laat zien wie Jezus echt is.
Thema -
3
Jezus in de woestijn
Jezus heeft veertig dagen in de woestijn gebeden en gevast. De duivel probeert Jezus te verleiden om het verkeerde te doen, maar Jezus is sterker dan de duivel.
Thema -
5
Kernwoordles de doop (Jezus zegent de kinderen)
De liefde van Jezus voor kinderen wordt in dit bijbelgedeelte heel zichtbaar. Ze mogen bij Hem komen want ze horen er helemaal bij. Jezus legt hen de handen op. Ook bij de doop wordt bij de dopeling de handen opgelegd. Zo wordt Gods liefde zichbaar in het teken en zegel van de doop. Door de doop wordt de belofte van God onderstreept: Je hoort bij Mij, je bent Mijn kind.
Thema