Tieners kunnen over een aantal dingen absoluut onverschillig over zijn, hier kunnen verschillende oorzaken onderliggen. Zo kan een tiener het gevoel hebben verdwaald te zijn. De vragen waar hij tegen aanloopt, zijn zo complex dat hij er geen grip op krijgt. Hij hoort tegenstrijdige meningen en geeft het op om de dingen te willen begrijpen. De vragen zijn te groot. Een andere oorzaak is machteloosheid. De tiener heeft het gevoel toch geen invloed op de gang van zaken uit te kunnen oefenen. Wat je ook doet, het is een druppel op een gloeiende plaat. Waarom zou je je dan druk maken? Ook kortzichtigheid kan een oorzaak zijn van onverschilligheid. We leven hier en nu. En wie straks leeft, wie straks zorgt! De impact die bepaalde keuzes die je nu maakt op later kunnen hebben, wordt onderschat. Onverschilligheid die voortkomt uit deze oorzaken, is nogal ik-gericht: als ik het op dit moment maar lekker, fijn en prettig vind, dan kan de rest van de wereld me gestolen worden. Anders ligt het met de schijnbare onverschilligheid die je ook heel vaak bij tieners tegenkomt. De tiener draagt een masker met ‘boeit me niet’, achter dat masker verbergt hij een stuk onzekerheid.
Onverschilligheid hoort dus min of meer bij de tienerleeftijd. In die zin zou je kunnen zeggen dat je je er niet al te druk om moet maken. Toch is het goed om hen na te laten denken over de mogelijke gevolgen van hun onverschilligheid, zeker als het gaat over hun onverschilligheid ten opzichte van geloofszaken en God. Als je onverschillig door het leven wandelt en alles beziet door de ‘lekker belangrijk-bril’, dan mis je namelijk heel veel. Dan wordt het leven grijs, daarmee kun je mensen en zelfs God afstoten. Vanuit het verlangen dat we hebben dat tieners het geloof en hun leven serieus nemen, willen we hen uitdagen om zich druk te maken om de juiste dingen in het leven.