De boosheid die tieners voelen over onrecht kan en mag gehonoreerd en gevoed worden vanuit Gods boosheid over onrecht. In de Bijbel is God bij uitstek degene die recht en gerechtigheid doet en vraagt. God stelt, met name in de profeten en in het profetisch spreken door Jezus, steeds de schijnheiligheid aan de orde. Dit doet tevens een appèl op de tieners die zich weinig druk maken over onrecht. God vraagt een stuk verontwaardiging over onrechtvaardigheid, God vraagt dat we onrecht zíen en aan de kaak stellen.