God, waarom?

Bijbelgedeelte:
Job 1

Op basis van Gods openbaring in de Bijbel heeft de kerk altijd Gods almacht en liefde beleden en tegelijkertijd de realiteit van het kwaad erkend. Er zijn veel pogingen gedaan om deze feiten te verenigen, maar uiteindelijk moest worden erkend dat het voor ons verstand niet te bevatten is. Toch hebben deze betogen waarde, omdat ze wel zinnige dingen kunnen zeggen over hoe Gods almacht en de aanwezigheid van het kwaad zich tot elkaar verhouden. 

Fundamenteel voor het christelijke geloof is dat we te maken hebben met een echte geschiedenis en met echte persoonlijke keuzes die mensen in deze geschiedenis maken. Het betekent niet dat we marionetten zijn in een toneelstuk waarvan God het script al klaar heeft. De geschiedenis van God met mensen is een geschiedenis waarin echte dingen gebeuren vanuit echte keuzes van mensen. De ontzettende mogelijkheid van het kwaad en de zonde is hierdoor gegeven. 

Als we nadenken over 'God en het kwaad', moeten we aan alle drie de gegevens vasthouden. Wie één van de drie vergeet, loopt onherroepelijk ergens vast. Zo zijn er altijd mensen geweest die tot de conclusie kwamen dat God niet almachtig kan zijn, maar hoe kun je geloven in zo'n God? Een andere fout is de gedachte dat alles wat er gebeurt wel ergens goed voor is, want anders had God het wel voorkomen. Wie zo denkt, heeft te weinig oog voor het feit dat kwaad écht kwaad is - absurd en zinloos, tegen Gods wil.

Andere programma's in deze categorie