Enthousiasme hoort bij het geloof - niet per se in de zin dat iemand uitbundig doet, maar wel in de zin dat een gelovige God (de Geest) in zich heeft. Letterlijk is dat ook de betekenis van het woord en-thou-siast. Het komt van het Griekse en theos, wat betekent: God in je. Wie de Geest van God in zich heeft, wordt door Hem geleid en door Hem als het ware ‘begeesterd’. Dat kan ook op een ingetogen manier, al roept Paulus in Romeinen 12:11 wel op om ‘vurig van geest’ te zijn. De NBV21 heeft hier: om ons ‘te laten aanvuren door de Geest’, met daaraan voorafgaand: ‘Laat uw enthousiasme niet bekoelen’. In die zin is enthousiasme een heilige opdracht. Het is niet maar iets wat ons overkomt of wat wel of niet bij je karakter past. We moeten en mogen enthousiast zijn over God. Als we over het geloof niet enthousiast zijn, waarover zijn we het dan wél? Enthousiasme is met name ook iets wat te zien moet zijn in het leven van de christelijke gemeente. We hebben elkaar nodig om ons geestelijke vuur zo nodig aan te wakkeren. Dat geldt ook voor onze tienergroep of -club.