Eeuwenlang was het voor christenen vanzelfsprekend: als je van iemand houdt en je wilt met hem of haar samen verder leven, dan sluit je met die persoon een huwelijk. Je laat officieel vastleggen dat je voortaan een echtpaar bent, met wederzijdse rechten en plichten, en vraagt een zegen over je huwelijk in de kerk. Het was uitgesloten dat je vóór de trouwdag al samenwoonde. Ook ‘seks voor het huwelijk’ was ‘eigenlijk’ niet volgens de regels.