Hoe kan genade (opnieuw) als een verbazingwekkend wonder ervaren worden, als ‘amazing grace’? De confronterende kernvraag is dan ook: heb je Gods genade echt nodig in je leven? Wil je Gods genade ontvangen? Of red je het zelf wel? Zijn we bereid onze eigen prestaties in te leveren om daarmee meer te ontvangen van Gods genade? In die zin is ‘van genade leven’ ook eng: je moet je lege handen voor God ophouden, iedere keer opnieuw.