Ik heb (geen) vrienden

Bijbelgedeelte:
Prediker 4:7-12
Het is goed wanneer tieners inzicht krijgen in het belang van vrienden. Vrienden kunnen je helpen om te leren wie je bent en om keuzes te leren maken. Daar zit weliswaar ook een gevaarlijke kant aan (want: wie zijn je vrienden?), maar daar hebben we het in dit programma niet over. Het onderwerp heeft verschillende kanten. Het is belangrijk om vrienden te hebben (te maken), maar ook om een vriend voor anderen te zijn. Wat dat laatste betreft: tieners leven in een individualistische tijd. Je merkt dan ook dat ze zich nogal eens egoïstisch kunnen opstellen als je hen oproept om aandacht te geven aan andere tieners (die misschien buiten de boot dreigen te vallen). Ze voelen zich daar niet zo gauw verantwoordelijk voor: ‘Het is tenslotte je eigen schuld als je er niet bij hoort.’ Tieners die geen vrienden hebben, lopen het gevaar in zichzelf opgesloten te raken. Hoe naar het ook is om geen/weinig vrienden te hebben, het is niet goed om bij de pakken neer te zitten en in de slachtofferrol te duiken. Juist deze tieners moeten beseffen dat ze er zélf wat aan kunnen doen om vrienden te maken (belangstelling voor de ander tonen, enzovoorts).

Andere programma's in deze categorie